ZOEKTOCHT NAAR DE L upinen zijn prachtige planten, met lange bloemtrossen in bijna alle kleuren van de regenboog. Ze bloeien lang en bijen en hommels zijn er dol op. Maar, hoe mooi ze ook zijn, lupinen hebben ook een keerzijde. De planten verouderen snel, na een jaar of drie zijn ze op. Bovendien zijn ze vatbaar voor zowat alles waar een plant last van kan hebben. De jonge scheuten worden gegeten door slakken, en wat de slakken laten staan, kan een prooi worden voor meeldauw, luizen en virussen. Toch maken lupines, nadat ze een tijd in het vergeethoekje hebben gezeten, telkens opnieuw een comeback. Waarschijnlijk omdat kwekers blijven proberen om nieuwe, mooie en sterkere planten te ontwikkelen. 1 Kwekers blijven bezig met het ontwikkelen van nieuwe lupines, die sterker moeten zijn dan hun voorgangers. Of dat ook lukt, is de vraag, maar met hun indrukwekkende bloemtrossen zijn lupines wel prachtige blikvangers. 1 I De Russelhybriden werden in de tweede helft van de vorige eeuw enorm populair. 2 3 Stevige, kleurige tuinplant Dat begon al in 1911, toen de Engelse tuinder George Russell (1857-1951) besloot om van de wilde blauwe lupine (L. polyphyllus) een stevige, kleurige tuinplant te maken. Ruim twintig jaar lang kruiste hij L. polyphyllus met L. arboreus, L. sulphureus en enkele eenjarige soorten, in de hoop dat daar de perfecte lupine uit zou komen. Van de 5000 planten hield hij er jaarlijks 250 over, de rest verdween op de composthoop. Pas in 1937 durfde de toen 79-jarige Russell zijn lupinen voor het eerst tentoon te stellen op de Chelsea Flower Show. Daarna werden de schitterende Russell-hybriden zo populair, dat elke zomer zo’n 80.000 mensen kwamen kijken naar de bloeiende lupinevelden op de befaamde kwekerij van Russel lupinen in Boningale. Na Russells dood was er aanvankelijk niemand die het selecteren en kweken voortzette. Zijn planten werden aan zichzelf overgelaten, een groot deel raakte besmet met een virusziekte en ging verloren. Het heeft dertig jaar geduurd voordat enkele kwekers het selecteren van lupinen weer oppakten, met behulp van origineel Russell-zaad dat in de kwekerij was achtergebleven. Een van hen is Sarah Conibear 4 2 I Lupinus polyphyllus (blauwe vorm). 3 I Westcountry lupine ’Manhattan Lights’. 4 I Struiklupine (L. arboreus). Foto: MHGP/Flora Press 42 G R O E I&BL O E I–APR I L–2016 Foto: Garden World Images MHGP/GWI/Andrea Jones Foto: GAPphotos Pagina 19

Pagina 21

Voor mailings, online whitepapers en onderwijs magazines zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw archief.

Groei & Bloei 2016 Lees publicatie 1Home


You need flash player to view this online publication