De Gelukkige Tuinman Edwin Oden is psycholoog en tuinman. Hij schrijft iedere maand een column voor G&B en blogt op onze website. Zie: www.groei.nl. Do We wat goed voor je is at was ik nog bleu in het jaar dat mijn tuin mijn tuin werd. Voor het eerst van m’n leven had ik een groot stuk groen onder mijn hoede, en dat bleek behoorlijk ingewikkeld. Onwetend strooide ik zaadjes tussen de bestaande planten. Toen het de eerste keer mei werd, zag ik het verschil tussen onkruid en die leuke zaailingen van de zaadzakjes niet. Hoewel ik al veel las over tuinieren en alle tuin-tv keek die er was, bleef ik met wezenlijke vragen zitten. Vaak droomde ik van een charismatische tuinman naast me. Hij zou me geduldig de basisregels van het tuinieren bijbrengen: dan zou ik het écht allemaal heel goed leren. De werkelijkheid liep anders. Ik leerde tuinieren the hard way: net zo lang doorhannesen, voelen en aftasten totdat ik een beetje het idee kreeg dat ik op de goede weg zat. Uitproberen is misschien wel de beste manier om tuinieren in je vezels te krijgen, denk ik nu. De pijn van mislukking doet je scherp onthouden hoe het allemaal níet moet. Tuinieren blijkt nog leuk te zijn ook. Al moet ik eerlijk bekennen dat ik dat pas vind sinds ik mezelf ervan heb weten te overtuigen dat niet de perfecte showtuin mijn diepere doel is. Voor mij draait het om leren, lekker bezig zijn, het contact met de aarde en, niet te vergeten, met andere tuinmensen. Dat neemt niet weg dat er tien basisregels bestaan die ik graag had willen weten toen ik begon. Ik geef ze maar even. 1. Draag lange mouwen en pijpen vanwege steekvliegen, takken, 26 brandnetels: een blote huid is een beschadigde huid. 2. Vertrouw geen enkel advies honderd procent. Elke tuin is anders en er doen veel indianenverhalen de ronde. 3. Tel je zegeningen. Tuinbonen onder de luis? Tomatenplant verbrand? Kijk naar de vlammende canna’s en proef de kruisbessen. Er gaat zoveel meer goed dan mis. 4. Volg de plek, niet je ideeën. Je kunt de mooiste plannen bedenken, maar als planten het bij jou niet naar hun zin hebben, komt er niets van terecht. 5. Deel uit. Een bosje uien voor de buurvrouw, een zakje aardappelen voor je collega: zij blij, jij blij. 6. Plant courgette. Zet ze in de zon en ze doen het altijd en uitbundig. Plezier gegarandeerd. 7. Vergelijk je tuin niet met die van de buren. Net zoals de buurman een ander mens is dan jij, is zijn tuin ook heel anders dan de jouwe. 8. Doe waar je zin in hebt. Zin in verpotten? Ga verpotten. Zin in wieden? Ga wieden. Dan ben je op je best. 9. Blijf nederig over hoeveel je weet. Achter de ene groene waarheid schuilt altijd een andere. 10. Ga op tijd in een stoel zitten. Na twee uur tuinieren gaat je concentratie achteruit en knip je de heg scheef of vertrap je de goudsbloemen. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk regel 11: dat je het voorgaande allemaal lekker aan je laars lapt, en doet wat goed is voor jou. Of laat ik het anders formuleren: blijf altijd zelf nadenken. Dat scheelt nog ruimte in je hoofd ook. ] Foto: Sandra Verkic Foto's: iStockphoto e.a. Pagina 12

Pagina 14

Interactieve e-whitepaper, deze reclamefolder of club blad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online op uw website plaatsen van ecatalogi.

Groei & Bloei 2015 Lees publicatie 10405Home


You need flash player to view this online publication