4 SLANKE DEN Caroliens tuin is niet alleen groot, hij is ook erg groen. Er ligt nauwelijks verharding en behalve de forse taxus groeien er nog andere bomen, waaronder verschillende lariksen. Een uit de kluiten gewassen Araucaria, een statige corsicaanse den (Pinus nigra subsp. laricio) en een rondborstige Acer platanoides ’Globosum’ domineren de voortuin. Heesters zijn er ook: we zien een forse sering, een mahonia, een ’poort’ van rode beuk en de prachtige maar onbekende Heptacodium. Naast de voordeur schittert Viburnum x bodnantense ’Dawn’. Is het niet een beetje veel allemaal? ”Als ik de bomen in mijn tuin hun gang zou laten gaan, zou ik inderdaad weinig licht en zon meer hebben”, beaamt Carolien. ”Neem bijvoorbeeld de taxus, die werd veel te groot. Taxus groeit weliswaar niet snel, maar uiteindelijk kan hij ruim 10 meter hoog worden. En ook in de breedte dijt deze conifeer flink uit. Van mijn ’stekje’ kon ik natuurlijk geen afstand doen, maar gelukkig laat een taxus zich heel goed snoeien. In tegenstelling tot andere coniferen loopt een taxus namelijk altijd weer uit, zelfs al snoei je hem terug tot op de kale stam.” Piramide op stam De snoeiklus werd geklaard door Caroliens vaste tuinman, hovenier Jan Vleghert. ”We hebben de taxus in november aangepakt”, vertelt Jan. ”Dat had een praktische reden, maar eigenlijk is de periode tussen mei en half juli een betere tijd. Als je in het groeiseizoen snoeit, kijk je namelijk minder lang tegen een kaal skelet aan, want in de winter staat de plant natuurlijk stil. Maar belangrijker is dat de snoeiwonden zich dan sneller herstellen, waardoor je minder kans hebt op infecties.” Jan adviseert om een taxus niet later dan half juli onder handen te nemen. ”Het jonge schot dat na de snoei wordt gevormd, is kwetsbaar. Als het koud wordt en er een schrale oostenwind waait, kan het verdrogen.” Taxus leent zich uitstekend voor vormsnoei. Een bol, kegel, kip of spiraal, alles is mogelijk, zeker als je met een jonge struik begint. Het forse exemplaar in Caroliens tuin transformeerde Jan in een piramide op stam. Eerst werden de allerlaagste takken helemaal weggehaald. ”Dat heet ’opkronen’, zo creëer je ruimte. Dit doen we ook bij de Araucaria en de corsicaanse den in de voortuin, anders zou je daar niet meer omheen kunnen lopen.” Hij wijst naar de kale stam van de taxus. ”Zie je hoe mooi roodbruin die is? En hij bladdert ook een beetje af, heel decoratief, het lijkt wel een plataan!” Vanaf 1,5 meter hoogte werden de overgebleven takken flink ingekort. Van beneden naar boven werkend snoeide Jan ze geleidelijk steeds dieper terug, tot uiteindelijk op Boven I Opgesnoeide sering. 2 G R O E I&BL O E I– S EP T EMBER –2015 49 Pagina 22
Pagina 24Interactieve internet whitepaper, deze krant of onderwijscatalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online zetten van digi artikelen.
Groei & Bloei 2015 Lees publicatie 10299Home