De Gelukkige Tuinman Edwin Oden is psycholoog en tuinman. Hij schrijft iedere maand een column voor G&B en blogt op onze website. Zie: www.groei.nl. Tuinieren is uitproberen H et gras is groener in mijn dromen. Dan wandel ik door de tuin en verdringen klavertjes en paardenbloemen niet langer de malse sprietjes van mijn gazon. Nergens dorre plekken en molshopen meer. Mijn canna’s zijn werkelijk oogverblindend: de bloemen vorstelijk en voluptueus, in plaats van iel en half verrot. Ik struin langs een geheel nieuw perk, waar paarse ijzerhard en oranje afrikanen een schitterende combinatie vormen. Ik kan het bijna niet geloven, zo mooi is het allemaal. Een geweldige rust daalt over mij neer. In mijn hoofd bestaat-ie al heel lang: mijn perfecte tuin. Het is een geheime, romantische oase waar alles klopt, een tuin waar je niks meer hoeft te doen, behalve dan de nieuwste Grunberg lezen, op zo’n hagelwitte Adirondackstoel met zachte, marineblauwe kussens - in de verkoelende schaduw van een licht ruisende dakplataan. Ik werk al jaren aan de vervulling van mijn droom, maar de ideale tuin heb ik tot nu toe alleen in mijn slaap gezien. Om over dat zitten maar te zwijgen. Eerder repareer ik even de lekke kruiwagenband, dan kan ik daarna snel verder met het mulchen van mijn kekke dahliaborder-in-wording. Het lastige van ideale tuinen is dat je een beeld in je hoofd nodig hebt om naartoe te kunnen werken - als columnist van Groei & Bloei wil ik natuurlijk graag meedoen met de grote jongens en meisjes die elke maand hun prachttuinen in dit blad laten zien - maar aan de andere kant is het beter dat ideaalplaatje ook weer snel los te laten. Een tuin laat zich namelijk niet persen in de mal die jij hebt bedacht. Het heeft me jaren gekost het te aanvaarden, steeds probeerde ik ze weer op een andere plek en met andere compost en gaf ik ze een ander soort aandacht, maar dit jaar leg ik me erbij neer dat mijn gele zonnekruid (Helenium bigelovii ’The Bishop’) en ik afscheid van elkaar zullen moeten nemen. Het sieraad weigert, in tegenstelling tot zijn bruinrode neefje (Helenium ’Moerheim Beauty’) botweg in mijn tuin te schitteren. Snif. Dag lievelingsbloem van me, ik wens je veel geluk in de tuinen van andere, meer gelukkige tuinmannen en -vrouwen. In mijn tuin pas je niet. Zonder al te ernstig te willen overkomen: ik heb me nu voorgenomen vooral bezig te zijn met wat ik vandaag doe in de tuin, morgen blijft nog even morgen. ”Richt je op het proces in plaats van op je einddoel,” zei een meelevende collega-psycholoog een tijdje geleden tegen me, ”dan voel je die druk niet meer.” Denkend aan haar advies is het meer ontspannen bezig zijn in mijn tuin met schoonheidsfoutjes. Tuinieren (en leven volgens mij ook) is van alles uitproberen, fouten maken, daarvan leren, en je vooral niet gek laten maken door voorgeschreven einddoelen. Elke tuin, elke plek is verschillend en vraagt weer om een andere aanpak. Juist in al dat geëxperimenteer schuilt het plezier van tuinieren. In feite hoef ik helemaal niks te presteren, alleen maar mijn handen in de grond te steken. Een uurtje of twee achter elkaar is al genoeg. Daarna mag ik verdiend in die Adirondackstoel gaan zitten, en lekker genieten van mijn verdomd goed uitgepakte kleurenpalet waar andere tuiniers nog een puntje aan kunnen zuigen. ] G R O E I&BL O E I–JU LI–2015 35 Foto: SandraVerkic Foto's: iStockphoto e.a. Pagina 20

Pagina 22

Heeft u een presentatie, turn pages of digitale mailings? Gebruik Online Touch: weekblad digitaal bladerbaar uitgeven.

Groei & Bloei 2015 Lees publicatie 10218Home


You need flash player to view this online publication