Zaaidoos Op een dag sprint ik naar buiten. Kan het wel? Ik twijfel, maar mijn verstand verliest het van mijn gevoel. Het is begin maart en nog veel te koud. Ik kan het niet laten en ga aan de slag. Heerlijk voelt de aarde in mijn handen. Ik kan een lach niet onderdrukken bij het zien van mijn ’zaaidoos’. Alle zaden keurig gesorteerd en voorzien van een nummer. Zaadje voor zaadje zaai ik: het begin van een seizoen vol plezier en trots. Al jaren hetzelfde ritueel. Toen ik 9 jaar was, ben ik besmet en sindsdien niet meer te stoppen. Inmiddels ben ik 28 en is mijn passie met mij meegegroeid. Meer planten, meer soorten, een kas om in voor te zaaien en ieder jaar wordt mijn tuin iets groter. Tijdens het zaaien denk ik terug aan vorig jaar. Een jaar met weelderige planten, een heel goede oogst en verkoop. Heerlijk is het om te zien hoe ik iemand blij kan maken met een stukje oogst. Ik lach bij de herinnering dat mijn vader en een vriend moesten komen helpen bij het tillen van mijn reus van 60 kilo. Zal ik dit jaar weer zulke mooie, kleurrijke, grote, kleine, en gek gevormde pompoenen en kalebassen krijgen? Ieder jaar is het weer een verrassing en ik geniet met volle teugen! Marieke van der West Geluksvogel In huis is het licht. Door de sneeuw, die de afgelopen dagen is gevallen, lijkt het nog hartje winter. Toch is het al half maart. Vanuit mijn ooghoek zie ik een beweging. Vlak voor het raam slingert de hanging basket, nog gevuld met de verdorde resten van de zomer, heel zacht heen en weer. Zo te zien niets bijzonders, dus ik vervolg mijn activiteit: het opruimen van het aanrecht. Dan zie ik weer een beweging. Mijn belangstelling is gewekt. Voorzichtig loop ik naar het raam van de keuken. Daar zit, in de geborgenheid van een slinger vogelvoer, een klein vogeltje. Het geel van zijn stuit en wenkbrauwlijn springt eruit tegen de achtergrond van de tuin. Daar domineren de aardetinten van de nu nog slapende natuur. Bol staande veertjes, gestreept als een sperwerborst, maar dan in groen en geel, op een witte donzen ondergrond. Het vogeltje pikt soms even aan de zaden van de voederslinger, zit daarna weer stil, met de kraaloogjes gesloten. De slinger wiegt zacht en de vogel rust. Een kleurrijk wondertje, zomaar stil voor het raam. Zich niet bewust van mijn ogen die het bekijken. Ik kijk nog even voor de zekerheid in mijn oude Petersons vogelgids of ik de vogel goed heb benoemd. Ja hoor, het is een sijs. Een slapende sijs. Moet deze sijs nog op trektocht, terug naar het broedgebied in het hoge noorden? Of kiest hij voor het gemak, en blijft hij in ons eigen naaldbos voor het stichten van een gezin. Een half uur later is de sijs vertrokken. Voldoende uitgerust om een sijs-vrouw te daten? Voldoende gevoed om te paren en jongen te verzorgen? Ik hoop het. Ondertussen zie ik op de televisie de beelden van een vluchtelingenkamp in Syrië. Wat heerlijk als je vleugels hebt, een veilige rustplaats zoekt en die ook nog vindt. Onze sijs is een geluksvogel. Yvonne Kerkdijk G R O E I&BL O E I–S PEC IAL TU I N PR AK TIJK 31 Pagina 20
Pagina 22Heeft u een artikel, bladerbrochure of ejaarverslagen? Gebruik Online Touch: mailing online plaatsen.
Groei en Bloei februari2015 Lees publicatie 10036Home